Witloofmineervlieg (Napomyza cichorii Spencer) onder controle in België dankzij een systeem van waarnemen en waarschuwen

摘要

Since a few years a system of observations and warnings in chicory was used in Belgium. The purpose of this system was to know the different flights of the witloof miner fly during the growing season of chicory. Dispersed over the various regions with chicory roots in Belgium, 23 observation fields or reference fields were weekly monitored on the presence of witloof miner flies by means of yellow trap-boxes. If the observed miner fly population on a reference field had exceeded an economic threshold, a warning message was drawn up immediately and an advice to treat directly all the chicory fields in this region was given. As long as the miner fly population was small, no treatment was done. For 5 years of research it was found that, according to the season, about 50 % of the chicory area has not been treated. This way of guided chemical control, based on observations, is favourable for the grower as well as for the consumer and the environment. In support of the system, research was done in recent years to monitor the geographical spreading of the insect. Control fields were laid out at different distances from a reference field to investigate if the number of observation fields was sufficient to enclose the whole chicory production area in Belgium. In a radius of 10 km around a reference field (= region) comparable numbers of flies were observed almost always simultaneously or with one week advance or delay.%In België werd sinds een aantal jaren een waarnemings- en waarschuwingssysteem toegepast met als doel de verschillende vluchten van de witloofmineervlieg gedurende het groeiseizoen te bepalen. Verspreid over de diverse witloofteeltgebieden in België werden wekelijks 23 waarnemingsvelden of referentiepercelen gecontroleerd op de aanwezigheid van witloofmineervliegen d.m.v. gele vangbakken. Indien de waargenomen populatie mineer-vliegen op een referentieperceel een welbepaalde economische schadedrempel overschreed, werd er voor alle witloofpercelen in deze regio onmiddellijk een waarschuwingsbericht opgesteld en een advies tot directe bestrijding gegeven. Zolang de populatie mineervliegen klein was, werd er dus geen behandeling uitgevoerd. Gedurende 5 jaar onderzoek bleek dat, al naargelang het seizoen, ongeveer 50 % van het witloofareaal niet meer diende behandeld te worden. Deze manier van geleide bestrijding, gesteund op waarnemingen, was gunstig zowel voor de producent, het milieu als de consument. Om het systeem voldoende te onderbouwen werd er de laatste jaren onderzoek verricht naar de geografische spreiding van het insect. Om te bestuderen of het aantal waarnemingsvelden voldoende was om het volledige witloofproductiegebied in België te omsluiten werden op diverse afstanden rond een referentieperceel controlevelden aangelegd. Binnen een straal van 10 km rond een referentieperceel ( = regio) werden vrijwel altijd gelijktijdig of met 1 week vervroeging of vertraging vergelijkbare vliegaantallen waargenomen.