Liefst 43 miljard euro reserveerde de Europese Unie eerder dit jaar voor de European Chips Act. Doel is om het marktaandeel van de productie van halfgeleiders uit Europese fabrieken te verhogen van 5 a 10 procent naar 20 procent in 2030. Een stevige, maar zeer welkome ambitie. Het grootste knelpunt pakt de Chips Act echter niet aan: menskracht. Dat moet veranderen. Het zijn mensen die apparatuur installeren en fabrieken bemannen. Het zijn mensen die de volgende generatie chips ontwerpen, assembleren en verpakken. Mensen ontwikkelen het gereedschap en bedenken nieuwe toepassingen. Misschien wel het belangrijkst: mensen leiden mensen op om al die rollen te kunnen vervullen. Om de doelstelling te halen, moet het aantal werknemers in de Europese halfgeleiderindustrie verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Toen ik echter aan een Europese beleidsadviseur vroeg om de Chips Education Act, bleek die niet te bestaan. Hoewel zonder personeel elk industriebeleid is gedoemd te mislukken, had men het personeelsaspect over het hoofd gezien. Dat is problematisch. De Shanghai Ranking heeft in de top-50 van elektrotechniek- en elek-tronicaopleidingen maar drie Europese universiteiten staan. Nederlandse universiteiten halen de top-100 niet eens. Voor een deel is duidelijk waardoor dat komt: we ontberen die industrie, en dus onderzoeksgelden en belangstelling van middelbare scholieren. De halfgeleiderindustrie komt niet eens in ze op als ze over hun toekomstige carrière nadenken.
展开▼