In de museumwinkel van het Mauritshuis in Den Haag kunnen bezoekers tegenwoordig reproducties kopen van Het puttertje van Carel Fabritius of Meisje met de parel van Johannes Vermeer, die nauwelijks van echt zijn te onderscheiden. Dankzij scan- en 3D-printtechnieken is zelfs het reli?f van de kwaststreken identiek. Met één druk op de knop rollen de schilderijen uit de printer. Wat doet dit met de waarde en betekenis van kunst? Dat is het promotieonderzoek van technisch kunsthistoricus Liselore Tissen aan de Universiteit Leiden en de TU Delft. Iedereen kan straks een exacte kopie van zijn favoriete kunstwerk aan de muur hangen, begrijp ik dat goed? 'Nu ja, ik wil niet de meestervervalser uithangen, maar dat komt voor veel mensen inderdaad binnen handbereik. Het is nog wel duur. Een 3D-geprint puttertje kost zevenhonderd euro, een geprinte Vermeer twaalfhonderd, maar hoe je het ook bekijkt: het wordt wel een stuk minder exclusief. Neemt de vraag toe, dan worden er meer scanners ontwikkeld en worden zulke reproducties goedkoper. Het 3D-printen van kunst staat nu nog in de kinderschoenen.' Dat is wel een positieve ontwikkeling, toch? Of kijkt u daar anders naar? 'Daarover lopen de meningen uiteen. In de kunstwereld spitst de discussie zich toe op de vraag wat het betekent voor de relatie tussen het origineel en de reproductie. Verliest het origineel niet aan waarde als het met één druk op de knop is te kopi?ren? Komen mensen dan nog wel naar het museum? Het is nogal paradoxaal, heb ik gemerkt: aan de ene kant willen mensen dat een reproductie zo goed mogelijk lijkt, aan de andere kant zijn ze huiverig voor het 3D-printen van een kunstwerk, want dan lijkt het te goed.'
展开▼