Het speerpunt van het Nederlandse natuurbeleid is de invulling van de zogenaamde Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Voor de zandgronden streeft men veelal naar het herstel van het oorspronkelijke heidelandschap. Daarvoor worden op grote schaal landbouwgronden aangekocht. Voorwaarde voor herstel van het heidelandschap zijn voedselarme omstandigheden. Om dit snel te bereiken wordt sinds het eind van de jaren tachtig door natuurbeheer vaak de bovenste laag grond verwijderd, de zogenaamde bouwvoor (de grond tot waar de ploeg reikt). Dit is een ingrijpende en kostbare maatregel. René Verhagen onderzocht in Noord-Nederland in hoeverre deze maatregel resulteert in de terugkeer van de heide. Vaak wordt vanwege de kosten maar een deel van de bouwvoor verwijderd. Volgens Verhagen is dit onvoldoende effectief. Voedingsstoffen van de landbouwgronden blijven dan in de bodem achter, waardoor er binnen enkele jaren alweer een dichte vegetatie ontstaat waarin heidesoorten weinig kans maken. Verhagen toont met zijn onderzoek aan dat voor een succesvolle regeneratie van heides en schraallanden de bouwvoor in zijn geheel moet worden verwijderd. Bovendien zou men meer aandacht moeten besteden aan de wijze waarop zaden zich verspreiden. Zelfs bij de aanwezigheid van goed ontwikkelde heides en schraallanden in de directe omgeving gaat de kolonisatie langzaam. De loopkeverfauna herstelt zich wel snel.
展开▼