首页>
外文OA文献
>Indicatoren voor de vergroening van het belastingstelsel in Vlaanderen. Studie uitgevoerd in opdracht MIRA, Milieurapport Vlaanderen, MIRA/2011/05
【2h】
Indicatoren voor de vergroening van het belastingstelsel in Vlaanderen. Studie uitgevoerd in opdracht MIRA, Milieurapport Vlaanderen, MIRA/2011/05
De meeste indicatoren die worden gebruikt om de vergroening van het belastingstelsel te meten, zijn inkomstenindicatoren. Ze geven weer hoeveel inkomsten de overheid heeft gehaald uit een bepaalde milieugerelateerde belasting, al dan niet uitgedrukt ten opzichte van een andere indicator, bijvoorbeeld BBP. Deze indicatoren hebben het voordeel van de internationale vergelijkbaarheid, maar hebben ook een belangrijk nadeel. Een stijging van de inkomstenindicator kan dus worden veroorzaakt door een vergroening van het belastingstelsel, maar evengoed door een toename van de vervuiling. Een tweede type van indicatoren dat we gebruiken om de vergroening van het belastingstelsel te meten zijn de tariefindicatoren. Indien het tarief van een milieugerelateerde belasting stijgt, is dit wel degelijk een vergroening van het belastingstelsel. Anderzijds is uit deze update van de studie van 2004 ook het nadeel gebleken: tarieven of prijzen kan je niet bij elkaar optellen. Om ze te kunnen aggregeren, onderling te vergelijken en hun evolutie in de tijd op te volgen, moet je ze omrekenen naar een index. Het nadeel hiervan is dan weer de vraag hoe sterk elke subindicator moet worden gewogen in de globale index. Daarom voegen we in dit rapport voor het eerst een derde type van indicator toe: het impliciete belastingtarief op energie. Deze indicator drukt uit hoeveel belasting (€) er wordt geheven per ton olie-equivalent finale energieconsumptie. Het voordeel van deze indicator is dat hij de grote nadelen van de twee ‘grote’ types van indicatoren niet heeft. Het nadeel van deze indicator is natuurlijk dat hij enkel over de energiebelastingen gaat. Het zal dus zinvol zijn om in de toekomst de drie types van indicatoren samen te bekijken om uitspraken te doen over de vergroening van het belastingstelsel.De inkomsten uit milieugerelateerde belastingen in Vlaanderen zijn voor zo’n 60% afkomstig van energiebelastingen, 31% van transportbelastingen, 5% van federale milieutaksen en bijna 4% van Vlaamse milieuheffingen. De inkomsten uit milieugerelateerde belastingen worden uitgedrukt t.o.v. het Vlaamse BBP en t.o.v. de totale belastinginkomsten voor Vlaanderen. Voor beide indicatoren stellen we een dalende trend vast sinds 2005. De tariefindicator voor elektriciteit is sinds 2002 sterk gestegen, terwijl die voor aardgas stabiel is gebleven. In beide gevallen maakt de belasting slechts een klein deel uit van de eindprijs (typisch minder dan 4% van de eindprijs).Voor aardolieproducten kennen de meeste tarieven de laatste jaren een licht dalend verloop in reële termen, dus gecorrigeerd voor inflatie. De tarieven hiervan zijn met andere woorden minder gestegen dan de index van de consumptieprijzen. Het valt op dat de accijnzen op benzine in 2009 in reële termen niet hoger liggen dan in 1971. Voor diesel is er wel een duidelijke stijging met 50%.De tarieven voor transportbelastingen kennen een stabiel tot licht dalend verloop. De Vlaamse geggregeerde tariefindicator vertoont een stijgend verloop tot 1996, gevolgd door een stabiel verloop en vertoont sinds 2006 weer een stijging. Deze laatste stijging is volledig toe te schrijven aan de toename van de afvalstoffenheffing. Uit deze studie kunnen we afleiden dat er in Vlaanderen een duidelijke vergroening van het belastingstelsel is geweest tussen 1991 en 2004. Tussen 2004 en 2010 is er eerder sprake van een stabilisatie en dus geen verdere vergroening. Het impliciete belastingtarief op energie, ten slotte, drukt uit hoeveel belasting (€) er wordt geheven per ton olie-equivalent finale energieconsumptie. Deze indicator bevestigt dat de energiebelastingen in Vlaanderen en België duidelijk lager zijn dan in de buurlanden en in de EU-27.
展开▼