Bobcat T 190 & 205 - Sporen verdienen

摘要

Een traditionele schranklader imponeert met z'n wendbaarheid. Een versie met rupsaandrijving is daarin bijna net zo goed en heeft als bijkomend voordeel dat hij nauwelijks inspoort. De Bobcat T 190 verdient dus z'n sporen door zich op de vlakte te houden. Om te ontdekken of de 'Track' zich op nog meer punten onderscheidt, zetten we er een standaard S 205 naast. BouwMachines keek en passant ook even naar een echte primeur: de nieuwe T 140! De S 205 is in het Bobcat programma een middenklassen Fabrikant Ingersoll Rand geeft hem op voor een nominale last van 930 kg. Met een veiligheidsmarge van 50 procent betekent dat een kieplast van 1860 kg. Voor een vergelijkbare rupsversie ligt die kieplast een stuk hoger, omdat het steunpunt, de voorste as, verder naar voren ligt. Als kieplast voor de T 190 geldt 2460 kg. Dat is dus 600 kg meer dan bij de S 205. Toch is de nominale hefkracht van de T 190 slechts 860 kg; 35 procent van 2460. Dit relatief lage percentage is enerzijds om te voorkomen dat het gewicht te veel voorop de rups komt en anderzijds voor de veiligheid, omdat een rups zich anders gedraagt. Rijdend over een oneffenheid kan het gebeuren dat de T daar even bovenop balanceert en dan in een keer voorover gaat. Een S daarentegen blijft altijd, ongeacht het terrein, met drie van de vier wielen op de grond. Toch ervaart de praktijk de T als stabieler, omdat hij meer lading aankan. Een machinist die van de S op de T stapt, denkt de hele wereld aan te kunnen.